De zes levens van Sophie
Hannah en Sophie zijn twaalf en delen alles met elkaar. Op een dag verdwijnt Sophie. Achttien jaar later woont Hannah in New York en schrijft societycolumns voor een magazine. Ze besluit het roer om te gooien en een biografie te maken over o.a. Agatha Christie en Virginia Woolf. Haar zoektocht naar de vrouwen roept vragen op die ze lang heeft weggestopt: wat is er die nacht gebeurd met Sophie? Waarom heeft ze haar destijds laten gaan? Tegelijkertijd geeft dit boek een treffend beeld van (gefnuikte) vrouwelijke ambitie, meisjesvriendschappen en het keurslijf waarin vrouwen zichzelf persen.