Heleen houdt van haar man, van haar werk en van haar twee kinderen. Maar als ze bijna vijftig is, beginnen haar hormonen haar parten te spelen. Bovendien krijgt haar moeder, met wie zij altijd een moeizame relatie heeft gehad, een herseninfarct. Heleens leven wordt steeds ingewikkelder.
Moet ze haar moeder in huis nemen? En hoe moet ze haar dochter Lizzy beschermen tegen alle gevaren van het bestaan? Dit boek geeft een intieme blik in het leven van een vrouw in de overgang, met kinderen op de rand van volwassenheid en een moeder die ineens haar onafhankelijkheid verliest.
Milla Redelinghuys, een terminale ALS-patiënte, kan op haar sterfbed alleen nog met de ogen spreken. Haar zwarte huishoudster Agaat verzorgt haar; zij is de enige die Milla begrijpt. Terwijl Milla haar zware leven overdenkt in de lege kamer van de stille plaats, leest Agaat Milla’s dagboeken aan haar voor. Zo komt langzaam het tragische verleden aan het licht dat deze vrouwen bindt en uiteendrijft. Als aan het einde duidelijk wordt hoe de vrouwen tegenover elkaar zijn komen te staan, is het moeilijk een kant te kiezen. En precies dát is de ware tragedie.
Al heeft Igor niet het verstand van een Nobelprijswinnaar, zelf vindt hij dat hij het beter heeft getroffen dan de meeste mensen. Overdag monteert hij stacaravans op de sociale werkplaats. En als hij ’s avonds thuiskomt bij zijn oma Nettie, is er altijd taart.
Dan ontmoet hij Lisa. Samen vinden ze een baby om wie niemand zich lijkt te bekommeren. Oma Nettie neemt ook hen liefdevol onder haar vleugels, zonder te beseffen wat er aan de hand is. Een boek over de bedrieglijke sensatie dat de geschiedenis zich herhaalt, over de goede bedoelingen van imperfecte mensen en over onalledaagse liefde.
Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring. Hersenschimmen is een indringende roman over dementie en de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar het is ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.
Op 13 april 1927 voer Allene Tew de haven van New York uit. Ze liet een leven achter zich waarin ze alles had bereikt waar ze als plattelandsmeisje van had gedroomd – aanzien, fortuin, moederschap, haar grote liefde. En ze was het ook bijna allemaal weer kwijtgeraakt. ‘De rijkste en verdrietigste weduwe van de stad’, zoals Allene door de societyrubrieken werd genoemd, had die dag echter ook nog veel vóór zich, zoals een nieuw gezin en een toekomst als officiële prinses, als Russische gravin en als peetmoeder van de latere koningin Beatrix.
Het leven in een vinexwijk verloopt niet altijd soepel. Daar weet Naima El Bezaz, die zelf al bijna tien jaar in zo’n buurt woont, alles van. In Vinexvrouwen beschrijft ze het wel en wee van haar gezin in deze typisch Nederlandse nieuwbouwwijk. Als Marokkaanse kijkt zij met een fris oog naar de Hollandse gewoontes, al speelt er nog iets anders mee: de vinexwijk wordt geleidelijk aan bevolkt door steeds meer nationaliteiten, wat voor onrust zorgt. Terwijl haar dochtertje op school christelijke liedjes leert, verbaast El Bezaz zich over de Nederlanders.
Een elfjarige jongen loopt rond met een geheim. Hij durft het aan niemand toe te vertrouwen, behalve aan Maria. Ze staat met het kindje Jezus in haar armen in een kapelletje langs de weg naar school. Aan haar biecht Ted op dat hij een bijzondere vriendschap heeft gesloten met een meneer. Maar hij vertelt het haar niet zomaar; hij hoopt dat ze er iets voor terug wil doen. Op overrompelende wijze vertelt Ted van Lieshout het verhaal over de relatie met `mijn meneer’, die zich in zijn eigen jeugd heeft afgespeeld.
Twee Haagse theatermakers worden uitgenodigd om een toneelstuk te produceren voor het fameuze Teatro Olimpico in Vicenza. Het zal daar worden opgevoerd in het kader van een festival rond Jean-Jacques Rousseau. Maar er ontstaan allerlei problemen en het is kort dag. Hoe komen ze aan geld voor de productie? Hoe vervoeren ze het decor van Den Haag naar Vicenza? Ze belanden in een onoverzichtelijke wereld van Italiaanse regisseurs, acteurs en geldschieters. Toch proberen ze hun plannen overeind te houden, want een voorstelling in het Teatro Olimpico is het hoogst bereikbare. Daar moet álles voor wijken.
Het is 1888. De Amsterdamse vioolbouwer Walter Vedder leest in de krant dat er op de plaats van zijn huis een groot hotel gebouwd gaat worden. Het Victoria Hotel zal hem moeten uitkopen. In dezelfde tijd besluit zijn neef, de Hoogeveense apotheker Anijs, zijn ambitie te verschuiven van het medische naar het medemenselijke. Turfstekers in een naburig gehucht lijden bittere armoede en zouden beter af zijn in een nieuw land, bij voorkeur Amerika. Maar die landverhuizing kost een vermogen – precies het bedrag dat Vedder wel voor zijn huis meent te kunnen bedingen.
Tessa en Marius zijn hun hele leven verliefd. Ze ontmoeten elkaar op school, kunnen elkaar daarna niet meer vergeten. Soms zijn ze samen, soms niet. Jarenlang leven ze van geheime ontmoetingen in hotelkamers. Een romance met vele namen: bevlieging, affaire, obsessie. Dit is hun onverhulde verhaal, verteld van einde tot begin. Van de laatste aanraking tot de eerste ontmoeting, van het laatste woord tot de eerste blik. Godin, held is een openhartige roman over het mysterieuze en al te menselijke van de liefde.